Speuren naar ringslangen

Veertien jonge gasten, tussen de acht en vijftien jaar, die op zaterdagmorgen gaan speuren naar ringslangen. Wartburgdocent Wim Bakker en Driestardocent Johannes Luiten krijgen het voor elkaar. „Ze hoeven niet veel te weten of fanatiek te zijn. Dat ze zich kunnen verwonderen, daar gaat het ons om.”

Op de zonovergoten parkeerplaats bij de Reeuwijkse Plassen wacht Johannes Luiten (34) op de deelnemers van de ringslangexcursie. De docent economie van het Driestar College gaat deze zaterdagmorgen met Wartburgcollega Wim Bakker op pad met dertien jongens en een meisje. Een van de vele excursies die natuurclub De Boomvalk organiseert.

Luiten: „In 1995 begonnen docenten van het Wartburg College met losse excursies voor leerlingen, om hen enthousiast te maken voor de natuur.” De docent veert even op. „Hé, een zingende nachtegaal. Hoor je ’m? Daar in de struiken langs de plas. Leuk voorde jongens.”In de loop van de jaren breidde het excursieprogramma zich uit en kreeg de club een naam en een clubblad. Een aantal jaren geleden zocht Luiten aansluiting vanuit het Driestar College.

Vijf (oud) leerlingen van de beide scholen en hij vormen nu de drijvende kracht achter het clubblad en de activiteiten.„We organiseren samen jaarlijks een aantal busexcursies, waarbij we bijvoorbeeld naar Zeeland of de Oostvaardersplassen gaan om vogels te kijken. Daarnaast houden we verschillende wandel- en fietsexcursies. Vandaag doen we de ringslangexcursie. Dit is er een goede tijd voor en ook nog eens een mooie dag, met die zon. De slangen liggen dan op te warmen langs de oevers van de plassen.”

Luiten heeft zijn verrekijker alweer voor de ogen en tuurt naar „iets hoogs.” „Ik ben van jongs af met de natuur bezig. Als jochie van negen jaar trok ik de polders in op Walcheren, was lid van de vogelwerkgroep, telde trekvogels bij Breskens en ging er veel met mijn vrienden op uit, de natuur in.”

Belangeloos
De economiedocent zet zich belangeloos in voor de natuurexcursies. „Ik vind het prachtig om op deze manier jongeren op te wekken met de natuur bezig te zijn. Als je door de natuur loopt zie je de oneindige creativiteit van de Schepper. En dan werpen we hier, bij de Reeuwijkse Plassen, onze blik nog maar op een klein deeltje van de natuur. Er is zo veel moois om je over te verbazen.” De natuur vraagt om onze zorg en bescherming, vindt Luiten. „Wij en de natuur zijn het werk van dezelfde Schepper. Verwaarlozing van de natuur is verwaarlozing van Zijn werk. We zouden écht rentmeester moeten zijn en niet met harde hand moeten heersen. Liefde voor de natuur zit er bij kinderen en jongeren wel in. Als wij dat niet in de kiem smoren, maar prachtige ervaringen met de schepping mogelijk maken, is de zorg voor de natuur gewaarborgd.”

Ouders mee
Het duurt lang voordat de veertiendeelnemers oog in oog staan met een ringslang. De begroeiing is door de zachte winter hoger dan gebruikelijk, waardoor het lastig zoeken is. Toch levert het geestdriftig speuren twee waarnemingen op. Herhaaldelijk stellen licht overslaande jongensstemmen allerlei vogelsoorten vast. „Dwergmeeuwen!” De plas blijkt te wemelen van de dwergmeeuwen, die net zijn aangekomen uit het zuiden. „Boerenzwaluw!” De eerste boerenzwaluw van het voorjaar scheert over de rietkraag. „Geoorde fuut!” Het beest wordt „in de telescoop gezet”, zoals dat heet in vogelaartermen. Een voor één turen de jongens door de telescoop. „Inderdaad, vooral jongens vandaag”, constateert Luiten. „Soms zijn er meer dames, vandaag is het er maar één. Wat ik trouwens prachtig vind, is dat de deelnemers vaak hun jongere broertjes of zusjes meenemen.Die zien we later, als ze op het voortgezet onderwijs zitten, weer terug. En ouders gaan regelmatig ook mee. Vandaag één vader, als we grote groepen hebben meestal meer. Dat is gezellig én handig.”

wp709dbe7fMissie
Als er een ringslang wordt ontdekt, tilt Luiten de jongste deelnemer hoog op, zodat hij de zonnebadende slang ook kan zien. „Wow, het is een echte slang”, roept de kleine natuurvorser verbaasd uit. De slang verdwijnt geruisloos in de vegetatie als de rest van de groep nadert. „Het is balanceren tussen enthousiast en voorzichtig speuren”, merkt Luiten glimlachend op. „Als je ze rustig benadert, kun je heel dichtbij komen. Geestdriftig zijn én zachtjes sluipen valt niet altijd mee.” Veel weten of fanatiek zijn is geen voorwaarde om mee te doen met de excursies van De Boomvalk, benadrukt Luiten. „Het gaat ons erom dat jongeren zich over de natuur verwonderen. Dat is onze missie.” Langs de rietkraag staren veertien tieners zacht fluisterend –„anders is-ie weg”– naar een ringslang.  Veertien paar ogen, vol verbazing en  verwondering. De missie van Luiten is geslaagd.