55 natuurliefhebbers rijden vandaag, 11 okt 2025, weer in een bus naar de Amsterdamse Waterleidingduinen. Dit wordt weer een ochtendje wandelen door dit prachtige natuurgebied. En ’s middags is IJmuiden aan de beurt. Het weer is prachtig.
We verdelen in groepen van 10 tot 15 personen en starten de wandeling. Ongeveer het eerste wat we zien is een boomnest Europese hoornaars, een grote wesp. Het is oktober, dus in de lucht zitten waarschijnlijk een hoop trekvogels. Jawel, al gauw dienen de eerste overvliegende zanglijsters en koperwieken zich aan. Groepjes vinken zitten hier en daar op het pad. Goudhaantjes en pimpelmezen dwarrelen in de bosjes rond. We horen ze eerder dan dat we ze zien. En daar roept de eerste keep. Regelmatig bewonderen we paddenstoelen. Wat een variatie. En als je de moeite neemt ze goed te bekijken, raak je eigenlijk niet uitgekeken op hun schoonheid, de vormen, de lijnen, de subtiele kleuren.
De damherten laten even op zich wachten, maar daar horen we in de verte al het geburl. Het is immers bronsttijd voor deze dieren. We vinden het er een stuk minder dan anders. Heeft dat te maken met de overlast die deze dieren regelmatig veroorzaken wanneer er te veel van komen? We vermoeden van wel. Ik zoek even op internet en jawel, sinds dit jaar is het aantal damherten weer “op streefniveau”. Ik lees het volgende verhaal op https://www.bollenstreekomroep.nl/afschieten-damherten-zorgt-na-tien-jaar-weer-voor-gewenst-aantal/:
Er lopen nu nog ongeveer 800 damherten rond. En dat waren er dus veel en veel meer.
Halverwege roept iemand uit ons groepje: “Een vos!” Een aantal anderen die snel reageren kunnen de vos nog net zien, voordat hij gealarmeerd wegrent en in de bosjes verdwijnt. Leuke waarneming! We weten dat ze er zitten, maar niet elke excursie hiernaartoe zien we ze. Ondertussen fotograferen we boomleeuweriken (sommige zelfs zingend),
roodborsttapuiten en koperwieken. Er zitten zelfs enkele grote lijsters tussen de vele lijsters in de bosjes, maar die zijn een stuk schuwer, en laten zien moeilijk van dichtbij zien maar wel goed horen. Nathanaël en Joas, die een paar 100m achter ons lopen, zien opeens een kleine bonte specht en bellen hem naar de hoofdgroep door. “Terug, jongens, die moeten we zien.” We kunnen hem nog mooi bekijken voordat hij wegvliegt. Een buitenkansje, vinden we met z’n allen.
De ijsvogel laat zich ook een paar keer zien of horen. En er vliegt een paar keer een groepje sijzen over en één keer zelfs een barmsijs. Of het om een grote of een kleine barmsijs gaat, kunnen we niet zien, maar het zal wel om kleine barmsijzen gaan. Er is namelijk een invasie van deze soort in NL gaande.
Om 13.00 zijn alle groepen onderhand wel terug bij de bus. Op naar IJmuiden! In de bus horen we de waarnemingen van de andere groepen, waarvan de grote zaagbek de bijzonderste is. Die is ook nog eens leuk op de foto gezet.
Dan spoedt de horde Boomvalkers zich de Zuidpier van IJmuiden op. Ieder in zijn eigen tempo, dat is het leuke. Al snel bevinden sommigen zich al aan de kop van de 1 kilometer lange pier. Anderen nemen de tijd voor zeehond, die ligt te slapen op de blokken en zich niets van ons aantrekt. Ondertussen kijken we onze ogen uit. Er zitten genoeg oeverpiepers. Aan het begin trekken enkele steltlopers de aandacht: er lopen een paarse strandloper, een kanoet en enkele drieteenstrandlopers. De kanoet en één drieteenstrandloper blijken zelfs geringd te zijn (zie foto) en als je goed kijkt, zie je ook een antenne vanonder de rugveren uitsteken. Zie foto.
Deze vogels blijken dus gezenderd te zijn: er zit een computertje op hun rug waarmee onderzoekers kunnen nagaan waar de vogels zich bevindt. Het ringproject waar deze vogels van afkomstig zijn op deze website https://maps.nioz.nl/watlas/ zien. Dit is van het NIOZ, het “Royal Netherlands Institute for Sea Research”. Als je klikt op de figuurtjes zie je het ringnummer van de vogel en waar hij op dit moment uithangt. Mart van Klaveren heeft voor ons uitgezocht dat onze kanoet nummer 3909 is. Het zijn zoals je ziet niet alleen kanoeten en drieteenstrandlopers die geringd worden.
Er zit al een paar weken twee kuifaalscholvers rond de zuidpier en die zien we graag. Het duurt even maar dan meldt de voorhoede de vogel helemaal aan het einde van de pier. De fotografen proberen zo laag mogelijk de vogel op de plaat te zetten. Dat lukt aardig. De verschillen met de gewone aalscholver zijn prima te zien. Regelmatig duikt hij met een visje naar boven.
Een blik over zee is ook altijd leuk: er vliegen grote sterns, een visdief, een paar rotganzen, een groepje zwarte zee-eenden, een jan-van-gent en zowaar een kleine jager. Op het strand dribbelt een groep drieteenstrandlopers, met daartussen enkele zilverplevieren. Dat verleidt enkele fotografen om plat op hun buik ervoor te gaan liggen en natte kleren ervoor over te hebben. Groot gelijk! De plaatjes op de fotopagina laten zien dat dat wel een nat pak waard
is.
De soorten worden geteld: 106! Tjonge, dat is wel heel veel voor een najaarsdag. Maar thuis blijkt dat de excursieleider nog moet leren tellen: het zijn er 96. Ook een aantal om mee thuis te komen, trouwens!
In de bus op de terugweg besluiten we om de volgende najaarsexcursie DV naar de Oostvaardersplassen te laten gaan. Niet omdat vandaag tegenviel maar omdat het lang geleden is dat de Boomvalk naar de Oostvaardersplassen is geweest. Die tocht was vroeger traditie, dus wordt het tijd om dat te herhalen.
Tot dan!
P.S. Kijk ook nog even naar de foto’s. Die staan op de fotopagina.